Isaiah 55

1O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
 O Het Hebreeuwse woord hol, hetwelk elders zoveel is als wee, is hier een woord van opwekking.
,
 alle gij dorstigen Gij allen, die naar de gerechtigheid zeer verlangt, gevoelende uwe zonden en ellenden; Psa 42:3 ; Mat 5:6 ; Joh 7:37 .
,
 de wateren, Dat is, tot mij, of tot de hemelse goederen, die Ik u door het Evangelie aanbied, namelijk vergeving der zonden en de gerechtigheid, die ons omniet en zonder enige onzer verdiensten van God in Christus gegeven worden; idem, de gaven van den Heiligen Geest, en eindelijk het eeuwige leven; waartoe wij door het gebod moeten komen; Joh 7:37 .
,
 die geen geld hebt, Hebreeuws, die geen geld heeft; dat is, die in of bij uzelven gene waardigheid noch verdiensten heeft.
,
 eet, Dat is, geniet. Alzo ook vs.2, eten voor genieten, is zeer algemeen bij de Hebreën. Zie de aantekening Job 21:25 .
,
 komt, koopt zonder geld, Dat is, ontvangt omniet.
,
 wijn en melk Wijn en melk betekent hier hetzelfde, dat straks door water is te kennen gegeven; te weten alles wat tot het geestelijke leven van node is.
2Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.
 Waarom Dat is, waarom doet gij veel vergeefse kosten en moeite, drijvende uw afgoderij en bijgeloof, daar toch door zulke middelen geen leven noch vaste troost te verkrijgen is?
,
 voor hetgeen geen brood is, Hebreeuws, voor niet brood; aldus noemt hij de valse leer en bijgelovigheden, die het hart der mensen niet kunnen spijzigen of verzadigen; als daar was de leer schriftgeleerden en Farizeën van eigen gerechtigheid, buiten Christus en zijne gerechtigheid.
,
 uw arbeid Dat is, het geld, dat gijlieden met uwen arbeid gewonnen hebt.
,
 voor hetgeen niet Hebreeuws, om niet ter verzadiging.
,
 Hoort aandachtiglijk Hebreeuws, hoort horende; dat is hoort aandachtiglijk, naarstiglijk, of ernstiglijk naar mij.
,
 eet het goede, Dit is ook al van een geestelijk eten te verstaan, gelijk ook wat er volgt.
3Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.
 Neigt uw oor, Dit spreekt God de Vader.
,
 uw ziel Dat is, zij zal troost en vreugde hebben als zij mij hoort.
,
 maken, Zie Gen 15:18 , en Jer 34:18-19 .
,
 en u geven Deze woorden van Paulus, Act 13:34 , waar aldus staat: Ik zal ulieden die heilige en trouwe [beloften] van David geven.
,
 Davids Dat is, die Ik David heb beloofd. Zie 2Sa 7:13 , en Psa 89:29 . Tot voltrekking dezer weldadigheden was het van node dat Christus van de doden zou opstaan en alzo tot zijn eeuwig rijk ingaan. Tot zulk einde verhaalt de apostel Paulus deze spreuk, Act 13:34 om de opstanding van Christus te bewijzen. Eenigen verstaan hier door David den Heere Christus, alzo dat door de weldadigheden van David te verstaan zouden zijn de weldadigheden, die Christus het volk Gods verwerven en geven zou. Alzo ook Jer 30:9 ; Eze 34:23 , enz.
4Ziet, Ik heb hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder der volken.
 Ik heb Te weten God de Vader.
,
 Hem Te weten Christus, den zoon van David, die ook Davids Heere en Verlosser is.
,
 tot een getuige Dat is tot een profeet en leraar, die de hemelse waarheid betuigt; of die van mijnen wil getuigenis geeft.
,
 gebieder Om te gebieden en te bevelen wat Hem belieft.
5Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen, om des Heeren uws Gods wil, en om des Heiligen Israëls wil, want Hij heeft u verheerlijkt.
 gij zult een volk roepen, O Jezus Christus.
,
 dat gij niet kendet, Dat is, naar hetwelk gij niet vraagdet, maar liet het op zijne wegen wandelen. Zie Act 14:16 . Of, dat gij voor uw volk niet kendet.
,
 het volk, Hebreeuws, een volk, die u niet kenden, zullen tot u lopen, dat is, die naar u niet vraagden, noch u voor hunnen Zaligmaker kenden.
,
 zal tot u lopen, Dat is, met groten ijver en begeerte uwe leer aannemen.
,
 om des Heiligen Of, en tot den Heilige Israëls; zie Psa 71:22 .
,
 want Hij heeft u verheerlijkt Of als Hij u [o Christus] zal verheerlijkt hebben; namelijk door de opstanding uit de doden, Rom 1:4 , en door de verhoging aan zijne rechterhand in de hemelen, vanwaar Hij den Heiligen Geest op de apostelen zenden zou, Hand. 2; doende grote wonderen door de kracht van denzelven; Act 3:13 , en Act 4:10 .
6Zoekt den Heere, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.
 terwijl Hij te vinden is; Dat is, terwijl Hij zijne goedertierenheid den armen zondaren aanbiedt, dezelven tot boete en bekering nodigende; zie Psa 32:6 . Het zijn de woorden van den profeet.
7De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den Heere, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.
 ongerechtige Hebreeuws, de man der boosheid, of der ongerechtigheid.
,
 vergeeft menigvuldiglijk Hebreeuws, Hij vermeerdert te vergeven, of met vergeven.
8Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de Heere.
 Want Mijn gedachten Hier spreekt God de Heere wederom, en het is zoveel als Hij zeide: Gij mensen zijt van zulken aard, dat gij het niet lichtelijk vergeeft noch vergeet als u iemand vertoornd heeft, inzonderheid als hij het te grof maakt; maar Ik vergeef spoedig al degenen, wien het leed is dat zij mij vertoornd hebben en die mij om vergeving bidden. Ik ben ook niet wankelmoedig, of ongetrouw, gelijk de mensen, maar al wat Ik beloof doe Ik gewisselijk.
9Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.
 gelijk Of, [zoveel] vergelijk hiermede Psa 103:11 .
10Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter;
 zij voortbrenge Te weten de aarde.
11Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende.
 Mijn woord, Dat is, het woord mijner belofte.
,
 niet ledig Dat is, niet zonder iets uit te richten.
,
 voorspoedig zijn Of, geluk hebben, wel gedijen.
,
 in hetgeen Of, tot welk, of werwaarts.
12Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.
 uittrekken, Te weten uit de geestelijke gevangenis van den duivel, nadat gij door Christus zult verlost zijn, waarvan de Babylonische gevangenschap een beeld was.
,
 de bergen Zie Isa 35:1 . De zin is dat alle creaturen, al is het dat zij ongevoelig zijn, nochtans het werk des Heeren met vreugde zullen helpen bevorderen. Zie de aantekening Psa 98:8 .
13Voor een doorn zal een denneboom opgaan, voor een distel zal een mirteboom opgaan; en het zal den Heere wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.
 Voor een doorn Dat is, die tevoren al distelen en doornen waren, dat is onvruchtbaar en tot alle goed onbekwaam, zullen vruchtbaar worden, en als schone bomen opwassen, nadat zij door den Heiligen Geest zullen vernieuwd en wedergeboren zijn. Zie dergelijke manier van spreken Isa 41:19 .
,
 het zal den HEERE De zin is: Door de verlossing en heiliging der kerk zal God zijn oneindige goedheid en almogendheid inzonderheid doen blijken, waarom Hij in der eeuwigheid zal geloofd en geprezen worden.
,
 een eeuwig teken, Te weten een gedenkteken.
Copyright information for DutSVVA